woensdag 9 december 2009

Charleroi-België (10)

Charleroi, Basilique St. Christophe

Charleroi is een grote industriestad in de Belgische provincie Henegouwen. De stad is ontstaan uit een fusie van de kleine kernstad Charleroi met veertien voorsteden waarmee ze vergroeid is. Charleroi telt ruim 201.000 inwoners op een oppervlakte van 102 km², en is daarmee naar inwonertal de derde grootste gemeente in België en de grootste in Wallonië. In het hele stedelijke gebied van Charleroi, inclusief omliggende gemeenten, wonen bijna 500.000 mensen. Charleroi ligt aan de rivier de Samber.
Charleroi heette oorspronkelijk Charnoy. De Spanjaarden maakten van dit dorpje een belangrijke vesting en hernoemden het in 1666 tot Charleroi, naar koning Karel II. Dit komt tot uitdrukking in de Latijnse term Caroloregium en het Franse bijvoeglijk naamwoord dat bij de stad hoort, carolorégien. Dit is ook de naam die aan de inwoners van de stad wordt gegeven, soms afgekort tot Carolo's. De zogezegde Nederlandse benaming "Karelskoning" is een neologisme, uitgevonden en geïntroduceerd door een Belgisch radioprogramma. In de praktijk wordt deze naam niet gebruikt.
Geschiedenis:
Charleroi was in de late 17e eeuw en eerste helft van de 18e eeuw een van de vestingsteden die deel uitmaakten van de Nederlandse vestingsbarrière in de Zuidelijke Nederlanden.
Economie:
Charleroi, eens een belangrijk industrieel centrum (koolmijnen en staalindustrie), is nu vooral een stad van vergane glorie, met de bijhorende sociale problemen (torenhoge werkloosheid- en criminaliteitscijfers). Overal zijn er resten (terrils, gebouwen) zichtbaar waardoor Charleroi en de regio nog steeds bekend staat als Le Pays Noir, en geassocieerd wordt met mijnen. In de deelgemeente Marcinelle vond in 1956 de grootste mijnramp uit de Belgische geschiedenis plaats in de mijn Le Bois du Cazier. 262 mijnwerkers kwamen om, voornamelijk Italianen (na W.O.II massaal als "gastarbeiders" ingehuurd) en Vlamingen. Sinds kort zijn de oude mijngebouwen ingericht als museum en herdenkingssite. De mijnbouw is ondertussen voltooid verleden tijd, de staalindustrie nog slechts een schim van vroeger, ACEC (elektromechaniek), begin jaren 60 qua omzet nog zo groot als Philips, bestaat niet langer. Chemie (Solvay) en glas (Glaverbel), blijven nog overeind.
Met forse subsidies, (o.a. 750 miljoen euro van de Europese Unie voor de provincie Henegouwen), probeert het Waals Gewest het tij te keren, door nieuwe bedrijven aan te trekken. Zo kent de luchthaven van Charleroi, (deelgemeente Gosselies), die jarenlang een sluimerend bestaan leidde, sinds 2001 toen de goedkope luchtvaartmaatschappij Ryanair er neerstreek, als "Brussels-South Charleroi Airport", een forse toename van het aantal reizigers (meer dan 2 miljoen in 2004). De subsidies die Ryanair ontving van de Waalse Gewestregering, werden door de Europese Unie ondertussen echter beschouwd als concurrentieverstorend, en Ryanair moest de miljoenen euro's terugstorten aan de Waalse overheid. De economische reconversie van de regio is op dit ogenblik echter zeker nog geen feit.
Bijzonder is dat Charleroi geen echte universiteit bezit. Dit leidt ertoe dat veel leerlingen na het middelbaar onderwijs de stad verlaten om elders een studie te volgen. De stad heeft wel de Centre Universitaire de Charleroi (een instelling voor volwassenenonderwijs) en de paramedische afdelingen Institut Pédagogique et Social de Marcinelle (IPSMa) en Institut Provincial de Kinésithérapie de Nursing et d'Ergothérapie (IPKNE) van de hogeschool Haute Ecole Provinciale de Charleroi Universtité du Travail (HEPCUT), en de IESCA van de Haute Ecole Catholique Charleroi-Europe.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten