donderdag 26 november 2009

Maastricht-Nederland (18)

Maastricht - St. Servaasbrug (Oude Brug)
De Sint Servaasbrug is een 13e eeuwse stenen boogbrug over de rivier de Maas in de Nederlandse stad Maastricht.
Bouw
De brug werd gebouwd tussen 1280 en 1298 in opdracht van het Kapittel van Sint Servaas ter vervanging van de in 1275 ingestorte eerste Romeinse brug. Oorspronkelijk telde ze negen stenen bogen en een houten overspanning aan de Wyckse zijde, die in geval van een belegering snel ontmanteld kon worden. Omstreeks 1640 werd de eerste boog aan de westzijde, die geheel droog was komen te staan door de veranderde stroming van de Maas, dichtgemetseld en opgenomen in de nieuwe kademuur. Hierdoor bleven er nog maar acht stenen bogen over. Tijdens de aanleg van het kanaal Luik-Maastricht in 1850 kwam deze oude boog weer tevoorschijn om vervolgens gedeeltelijk afgebroken te worden.
Eerste restauratie
Eind 17e eeuw bleek de conditie van de brug zeer slecht te zijn. Het Kapittel van Sint Servaas hield betreffende het onderhoud van de brug nog steeds vast aan een bepaling van Keizer Rudolf I uit 1274 waarin werd bepaald dat er aan onderhoud niet meer besteed hoefde te worden dan er aan tolgeld binnenkwam. Het gevolg hiervan was dat er eeuwenlang alleen de meest noodzakelijke reparaties werden uitgevoerd. Dit beperkte zich vooral tot het vervangen van slechte stenen en het incidenteel vernieuwen van beschadigd voegwerk. Deze opstelling van het Kapittel gaf meerdere malen aanleiding tot heftige onenigheid tussen stadsbestuur en geestelijkheid. Uiteindelijk kwam het eigendom van de brug in 1647 toe aan de stad Maastricht. Tussen 1683 en 1716 werd de brug in fasen verregaand gerestaureerd. De bogen en soms zelfs gedeelten van de pijlers werden afgebroken en opnieuw opgebouwd daarbij zoveel mogelijk gebruik makende van de oude stenen. De eerste boog (eigenlijk de tweede dus) in 1683 door de Dominicanerbroeder Franciscus Romanus. De tweede en de derde in 1698 en 1699 door de Augustijn Jan van der Poel. De vierde en de vijfde in 1714 door Jan Collard. De overige bogen in 1716 door Gilles Doyen.
Na deze restauratie werd de brug redelijk goed onderhouden. Hoogwater en zware ijsgang brachten echter geregeld schade toe. In 1799 en 1803 werd de houten boog weer eens opgeknapt en in 1801 werd de donjon op de brug ter plaatse van de pijler tussen de houten boog en boog acht wegens bouwvalligheid gesloopt. In 1827 werd de houten boog uiteindelijk vervangen door een stenen boog, die echter op het oog van de verdediging (Maastricht was tot 1867 een vestingstad) makkelijk opgeblazen kon worden. In 1836 en 1837 werden de stenen borstweringen vervangen door smeedijzeren hekken. Zodoende konden de trottoirs iets verbreed worden.
Begin 20e eeuw begon het steeds duidelijker te worden dat de brug niet meer kon voldoen aan de eisen die het toenemende verkeer aan de brug stelde. In de jaren twintig waren er zelfs plannen om de brug geheel af te breken en te vervangen door een nieuwe. Aanleiding hiervoor waren diverse instortingen van gedeelten van de brug in 1926, 1928 en 1931. Uiteindelijk werd na veel protest van de Maastrichtse bevolking besloten om de oude brug te behouden en ongeveer 300 meter noordelijker, ter hoogte van de Markt, een tweede brug te bouwen; de latere Wilhelminabrug.
Tweede restauratie
De eerst volgende en meest ingrijpende restauratie vond pas weer plaats tussen 1932 en 1934 na de oplevering van de Wilhelminabrug. De brug werd toen in feite compleet afgebroken en opnieuw opgebouwd. De bogen werden geconstrueerd in beton en daarna weer bekleed met de oorspronkelijke stenen. Om de ondergraving van de brugpijlers door hoog water en zware ijsgang eindelijk te verhinderen werden de funderingen extra verstevigd en onder de waterspiegel werden tussen de pijlers zogenaamde contrabogen aangebracht. Aan de oostzijde werden twee bogen opgeblazen en vervangen door een stalen hefgedeelte om zwaardere scheepvaart meer ruimte te geven. Aan weerszijden van dit hefgedeelte werden twee kleine torentjes opgericht, verwijzende naar de donjon die zich hier tot 1801 bevond. Het smeedijzeren hekwerk werd tevens weer vervangen door een stenen borstwering. Gedeelten van dit hekwerk zijn echter op diverse plaatsen in de binnenstad nog terug te vinden.
Tweede Wereldoorlog
De brug heeft in de Tweede Wereldoorlog ernstig te lijden gehad. Op 10 mei 1940 werd het stalen gedeelte aan de kant van Wyck op bevel van de Nederlandse legerleiding opgeblazen. De rest van de brug liep daarbij nauwelijks schade op. De opmars van het Duitse leger werd hier echter nauwelijks door vertraagd. De ontstane opening kon gemakkelijk over gestoken worden en reeds op 11 mei lag er al een provisorische noodbrug die op 28 augustus werd vervangen door een definitieve noodbrug. Bij het terugtrekken van het Duitse leger in 1944 liep de brug echter de meeste schade op. Pogingen om de aangebrachte springladingen te saboteren of te verwijderen liepen helaas op niets uit. Op 13 september, de dag van de bevrijding van Wyck en slechts één dag voor de bevrijding van Maastricht zelf, bliezen de Duitsers de brug gedeeltelijk op. Dankzij de betonnen constructie uit de jaren dertig werd echter geen van de bogen geheel onderbroken en kon ze gemakkelijk provisorisch hersteld worden. Op 27 september werd de brug weer in gebruik genomen voor verkeer. De Wilhelminabrug was echter over de gehele lengte verwoest; alleen de pijlers staken nog boven het water uit. In 1946 en 1947 werd de brug gerepareerd. Bij die gelegenheid werd, door verlenging van de pijlers in noordelijke richting, de brug 2 meter breder gemaakt. De torentjes aan weerszijden van het hefgedeelte werden niet herbouwd.
Tegenwoordig
De betonnen constructie ter plekke van de laatste boog in februari 2007
Bij de herinrichting van de Maasboulevard (2005) kwam de boog die in 1640 werd dichtgemetseld en in 1850 al eens ontdekt werd wederom vrij te liggen. De resten van deze boog waren nog geheel origineel 13e eeuws en derhalve het meest authentieke gedeelte van de brug. De bedoeling was om deze boog te restaureren en als onderdoorgang te gaan gebruiken voor voetgangers die het pad langs de Maas willen volgen. De opdracht voor restauratie werd verleend aan het architectenbureau van Jo Coenen. Volgens bureau Coenen bleek echter dat de stenen in de loop der tijd te slecht waren geworden en voor het grootste deel onbruikbaar om de boog te reconstrueren. Begin 2007 zijn derhalve deze laatste originele resten van de brug gesloopt en vervangen door een betonnen constructie. Binnen deze constructie zijn wel fragmenten van de laatste boog terug geplaatst.
Trivia
De Sint Servaasbrug wordt algemeen beschouwd als de oudste brug van Nederland.
Pas sinds 1932 draagt de brug de naam van H. Servatius, eerste bisschop en later patroonheilige van de stad Maastricht. Aangezien er eeuwenlang maar één brug was had deze geen naam. Ze werd gewoon de brug genoemd. Pas na de bouw van de Wilhelminabrug in 1932 werd het nodig een naam toe te kennen. Er zijn nog steeds Maastrichtenaren die over de 'aw brögk' (oude brug) spreken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten