donderdag 26 november 2009

Köln-Duitsland (33)

Köln - Dom und Rhein
Keulen (Duits: Köln) is een stadsdistrict (kreisfreie Stadt) en metropool in Duitsland, in de deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen, gelegen aan de Rijn, ten noorden van Bonn en ten zuiden van Neuss en Düsseldorf. Keulen is de vierde stad van Duitsland en de grootste van Noord-Rijnland-Westfalen. In de agglomeratie wonen ongeveer 2.500.000 mensen. Keulen is de hoofdstad van het Regierungsbezirk Keulen en de officieuze hoofdstad van het Rijnland.
De geschiedenis van de stad gaat meer dan 2000 jaar terug. Keulen speelde vanaf de Middeleeuwen een belangrijke rol in kerk en politiek. Vroeger was het onderdeel van keurvorstendom Keur-Keulen.
De stad is beroemd om zijn rijke geschiedenis, het culturele en architecturale erfgoed en een aantal grote en internationale evenementen, zoals het carnaval en de handelsbeurzen. Keulen beschikt tevens over een universiteit, een van de oudste van Europa, en over een luchthaven, die het deelt met Bonn.
Het huidige Keulen is door mensen bewoond sinds de oude steentijd, vooral op het Rheinau-Eiland en in de huidige wijken Lindenthal en Woeringen. Ook Kelten hebben aan de Keulse linker Rijnoever geleefd. Tot enkele decennia voor Christus leefden in het gebied dat tegenwoordig Keulen is de Eburonen. Nadat Julius Caesar hen had verslagen, kregen de Ubiërs toestemming zich hier te vestigen. Zij stichtten in 38 v.Chr. een nederzetting op een eilandje in de Rijn Oppidum Ubiorum. De nederzetting groeide uit tot een flinke stad. Ter ere van keizer Nero's in Keulen geboren moeder Agrippina, de latere echtgenote van keizer Claudius werd de stad omgedoopt tot Colonia Claudia Ara Agrippinensium (CCAA) en werd ommuurd.
Gedurende de Grote Volksverhuizing werd de stad bezet door de Franken die er ook een van hun belangrijkste bestuurscentra vestigden. Door alle invasies en onrust van de 4de tot en met de 6e eeuw liep de bevolking wel flink terug, maar Keulen bleef nog steeds een van de grootste steden ten noorden van de Alpen.
Al in de vroege Middeleeuwen begon de stad weer te groeien omdat de ligging op het kruispunt van grote handelswegen en de Rijn belangrijk bleef. Ook de bisschop van Keulen bleef steeds een belangrijke figuur op het politieke toneel van de Middeleeuwen en domineerde ook lange tijd het zuidelijke grensgebied van het huidige Nederland. Vanaf ongeveer 953 behield de bisschop van Keulen slechts het wereldlijk gezag over een smalle strook van 150 km lang aan de linkeroever van de Rijn. Toch was dit voldoende om tot de voornaamste hoogwaardigheidsbekleders van het Heilige Roomse Rijk te horen, met name als keurvorst van het zogenaamde Keur-Keulen.
In de slag bij Woeringen in 1288 vocht het contingent van de Keulse burgers aan de kant van de hertog van Brabant, de vijand van de bisschop. Dankzij de nederlaag van de bisschop kon de stad zich van diens heerschappij bevrijden en in feite een onafhankelijke stadstaat worden middenin de rest van het keurvorstendom, dat onder het gezag van de bisschop bleef. Die bisschop zou voortaan zijn zetel hebben te Bonn. Rond 1367 was Keulen met 120.000 inwoners de grootste stad van het Rijk. In 1475 bevestigde keizer Frederik III officieel de status van Keulen als vrije rijksstad, en dat zou ze ruim drie eeuwen blijven.

Tijdens de reformatie bleven zowel de stad als het omliggende bisdom katholiek. Na de Vrede van Westfalen nam, naast de Beierse, ook de Franse invloed in Keulen toe. Bij de vrede van Lunéville kwam Keulen met de hele linker-Rijnoever bij de Franse Republiek.
Bij het Congres van Wenen na de val van Napoleon werd Keulen Pruisisch, maar het Franse recht bleef gelden. In de Nieuwe Tijd verminderde de invloed van Keulen buiten het Rijnland maar bleef de stad toch verreweg economisch, cultureel en staatsrechtelijk de belangrijkste stad tot aan de Industriële revolutie.
Het centrum van Keulen werd in de Tweede Wereldoorlog zwaar gebombardeerd. Nadat de verwoestingen van de oorlog hersteld waren, groeide de stad weer snel uit tot zijn aloude positie van een van de belangrijkste steden van Duitsland.
Topografie
Keulen ligt in de deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen, op ongeveer 85 kilometer van de grens met Nederland. Keulen is met ruim 1 miljoen inwoners weliswaar de grootste stad in haar deelstaat, maar het is niet de hoofdstad, dat is namelijk Düsseldorf. Keulen ligt aan de Rijn, die een belangrijke functie vervult voor de stad en heeft bijgedragen aan de groei. Keulen heeft een belangrijke binnenhaven aan de Rijn.
Keulen strekt zich uit over een oppervlak van 405,15 km², waarvan 230,25 km² links van de Rijn en 174,87 km² rechts van de Rijn. Daarmee is het in oppervlakte de op vier na grootste stad van Duitsland. Het hoogste punt ligt op 118,04 meter in het natuurgebied Königsfrost, het laagste punt ligt in de Worringer Bruch (een oude Rijnarm) en ligt met een hoogte van 37,5 meter boven zee dus duidelijk onder de Keulse Rijnpijl.
Geologie
Keulen ligt grotendeels in de lagere rivierterrassen van de Rijn, die als brede trappen vanuit de rivier oplopen.
De ondergrond is voor het grotendeels in het Tertiair en gedeeltelijk in het Kwartair ontstaan en bestaat uit verschillende lagen riviersediment. Een uitzondering vormt het uiterste oosten van de stad, dat reeds aan de voet van het Rijnlands leisteenplateau ligt.
Door de grote oppervlakte die Keulen bestrijkt zijn er verschillen in de bodemgesteldheid en microklimaten aanwezig. Dankzij de Rijn en lössgebieden in het oosten is de bodem in het gebied over het algemeen erg vruchtbaar. Er liggen heide en bosgebieden in het westen van het stadsgebied, waar het Bergisch Land begint.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten